Heeft u uw
financiële zaken
op orde?

Lees de checklist

Intermedis A & A

Advies: fiscus moet soepeler omgaan met co-ouders

Geplaatst op: 17-12-2019, 16:07:52

De fiscus moet de regeling van de inkomensafhankelijke combinatiekorting (die kan oplopen tot €2835 per jaar) soepeler toepassen voor co-ouders. Dat adviseert de advocaat-generaal aan de Hoge Raad in zaak van een co-ouder tegen de belastingdienst.

Een ouder heeft recht op deze heffingskorting als hij of zij werk en zorg voor een kind jonger dan 12 jaar combineert. Daarbij moet het kind wel ingeschreven staan op het woonadres van de ouder.

Voor co-ouders is een aparte regeling. Die uitzondering houdt in dat een co-ouder wiens kind staat ingeschreven op het woonadres van de andere ouder, ook recht kan hebben op de korting als het kind 3 tot 3,5 dagen per week in elk van de huishouders verblijft. Dus als de ouders het kind beiden ongeveer even vaak in huis hebben.

In de zaak voor de Hoge Raad draait het om een belanghebbende die zijn dochter de ene week 4 dagen en de andere week 2 dagen heeft, telkens met een wisseldag. De belastinginspecteur weigerde hem de heffingskorting te verlenen omdat de dochter dus niet „doorgaans 3 dagen per week” bij de vader verblijft, zoals formeel vereist.

De advocaat-generaal zegt in zijn advies, dat meestal door de Hoge Raad wordt opgevolgd, dat de belastinginspecteur soepeler moet zijn. Volgens de advocaat-generaal moet in plaats van per week per 2 weken worden beoordeeld of een kind vrijwel de helft van de tijd verblijft bij de ouder op wiens woonadres het niet staat ingeschreven.

Vijf dagen bij ouder

Volgens de advocaat-generaal past de voorgestelde regeling beter bij de maatschappelijke ontwikkelingen en het brengt het ook met zich mee dat er dan minder risico is voor conflicten bij echtscheiding. Als de Hoge Raad zijn advies volgt, kunnen ouders bijvoorbeeld kiezen om een schema te hanteren waarbij hun kind de ene week 5 dagen en de andere week 2 dagen bij hen verblijft.

Bron: bijdrage van Pieter van Erven Dorens van 17 december 2019 op www.dft.nl

Ga terug naar de vorige pagina